Wanneer mag de politie uw woning doorzoeken en aan welke regels moeten zij zich houden?
- Jens Vanhellemont
- Nov 19, 2023
- 4 min read
Updated: Apr 7
Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bepaalt dat éénieder recht heeft op privéleven. Onder het privéleven valt de onschendbaarheid van de woning, wat inhoudt dat niemand zomaar uw woning mag betreden en doorzoeken. Dit basisrecht is echter niet absoluut en kan men in zeer selecte gevallen overgaan tot doorzoeking van uw woning.
Samengevat kan dit slechts in volgende gevallen:
Wanneer er toestemming verleend wordt voor de huiszoeking;
Wanneer de onderzoeksrechter een voorafgaand, gemotiveerd huiszoekingsbevel heeft afgeleverd;
Wanneer er sprake is van een heterdaad vaststelling;
De huiszoeking met toestemming
Een huiszoeking met toestemming is slechts mogelijk indien er voorafgaand, vrij en met kennis van zaken gegeven worden. De toestemming moet duidelijk en ondubbelzinnig geven worden. Uit het feit dat de bewoner niet protesteert tegen een huiszoeking, kan men dus geen toestemming afleiden.
De toestemming kan enkel geldig worden verleend door de persoon die de onschendbaarheid van de woning geniet. Dit kan dus de eigenaar zijn, maar ook de huurder, onderhuurder, vruchtgebruiker,..
Verder moet men voorafgaand weten welke gevolgen de toestemming kan hebben. Zodra er toestemming verleend is, kan de politie namelijk uw woning voor alle mogelijke misdrijven doorzoeken en hiervan een PV opstellen. (bv. men kwam initieel zoeken naar verboden wapens , maar treft een cannabisplantage aan in de kelder).
Belangrijk om te weten is dat u geenszins verplicht kan worden om toestemming te verlenen. Een huiszoeking met toestemming is namelijk zeer ingrijpend, aangezien dit tot gevolg heeft dat men kan overgaan tot doorzoeking van uw woning, buiten de vormen, voorwaarden en uren door de wet geregeld.
Wanneer de politie een huiszoeking uitvoert zonder geldige toestemming (en er geen sprake is van heterdaad of een huiszoekingsbevel) kan dit leiden tot een zogenaamde ‘procedurefout’. Dit kan er voor zorgen dat al het bewijs dat verkregen werd bij de huiszoeking, uit de procedure geweerd moet worden.
De huiszoeking met huiszoekingsbevel van de onderzoeksrechter
In België is alleen een onderzoeksrechter bevoegd om een huiszoekingsbevel af te leveren. De procureur des Konings (Openbaar Ministerie) heeft deze bevoegdheid dus niet.
De onderzoeksrechter zal in het huiszoekingsbevel nauwkeurig moeten vermelden waar de huiszoeking zal plaatsvinden, alsook op verdenking van welke feiten de huiszoeking gebeurd.
De huiszoeking mag enkel worden uitgevoerd tussen 05u00 ’s morgens en 21u00 ’s avonds en moet gebeuren in het bijzijn van de onderzoeksrechter of de gedelegeerde officier van de gerechtelijke politie (OGP). Als er niemand thuis is, mag de politie een slotenmaker oproepen om toegang tot de woning te verschaffen.
In tegenstelling tot de huiszoeking met toestemming, zal er bij een huiszoekingsbevel enkel mogen gezocht worden naar bewijselementen die verband houden met het misdrijf waarvoor de huiszoeking werd bevolen. Wanneer er andere strafbare feiten naar boven komen tijdens de huiszoeking, zal de onderzoeksrechter de Procureur des Konings hiervan in kennis moeten stellen.
De procureur kan dan aan de Onderzoeksrechter vragen om deze feiten ook te onderzoeken of kan deze ook zelf verder onderzoeken. De aangetroffen zaken zijn bijgevolg, in theorie, wel bruikbaar als bewijs.
De huiszoeking op heterdaad
De huiszoeking op heterdaad is een uitzonderingsprocedure voor de gevallen wanneer er niet gewacht kan worden op een huiszoekingsbevel van de onderzoeksrechter. Denk bijvoorbeeld aan een heterdaad drugstransactie of wanneer de politie vaststelt dat iemand geslagen wordt in een woning.
De wet bepaalt dat de huiszoeking op heterdaad dient te gebeuren tijdens of onmiddellijk na de vaststelling van de strafbare feiten te gebeuren. In de praktijk wordt het begrip ‘heterdaad’ soms zeer ruim ingevuld, waardoor het gevaar bestaat dat men de heterdaad-procedure zal misbruiken om te ontsnappen aan de formaliteiten en vereisten van het huiszoekingsbevel.
De heterdaad-procedure of gelijkgestelde procedures kan men terugvinden in diverse wetteksten:
Zo is er artikel 6bis van de Drugswet dat bepaalt dat de politie ten allen tijde (dus ook 's nachts) zonder toestemming van de bewoner mag binnengaan in plaatsen waarvan ze ernstige vermoedens heeft dat er drugs opgeslagen liggen of dat er drugs vervaardigd, bereid, bewaard, verkocht, afgeleverd of afgestaan worden. In de praktijk is er vaak discussie omtrent het bestaan van de ‘voorafgaande ernstige vermoedens’ en bestaat wederom een kans op uitholling van de doorzoeking met huiszoekingsbevel.
Politieambtenaren kunnen bij het uitoefenen van hun opdrachten van bestuurlijke politie ook overgaan tot doorzoeking van een woning op grond van artikel 27 Wet op het Politieambt. Dit artikel laat de politie om woningen te doorzoeken in geval van “ernstig en nakend gevaar voor rampen, onheil of schadegevallen of wanneer het leven of de lichamelijke integriteit van personen ernstig wordt bedreigd”.
Zo kan de politie toegang verschaffen tot uw woning wanneer er sprake is van een ernstig en groot waterlek of wanneer er een brand woedt in uw woning. Wanneer er nadien een verdovende middelen of verboden wapens worden aangetroffen, kan dit gebruikt worden in een gerechtelijke procedure.
Heeft u vragen bij dit onderwerp of bent u van mening de politie de procedureregels niet correct heeft gevolgd tijdens een huiszoeking bij u of uw naasten? Contacteer ons vrijblijvend via info@vanhellemontadvocaten.be. Wij bekijken graag wat wij voor u kunnen betekenen.
Indien u vragen heeft over in beslag genomen voorwerpen of gelden na een huiszoeking, lees dan zeker ook ons artikel via deze link of contacteer ons rechtstreeks om hierover advies in te winnen.